Orchideeën zijn bijzondere planten dus koop ze
De dennenorchis komt voor in de kruidlaag van voedselarme, iets vochtige dennenbossen. Vooral in dennenbossen met een slecht ontwikkelde struiklaag komt de soort voor. Vaak kenmerkt de vegetatie zich door een dikke moslaag, bestaande uit heideklauwtjesmos (Hypnum jutlandicum), gewoon klauwtjesmos (Hypnum cupressiforme),gaffeltandmos (Dicranum scoparium) en groot laddermos (Pseudoscleropolium purum). De kruidlaag bedekt weinig van de bodem en bestaat onder andere uitzandzegge (Carex arenaria), gewoon struisgras (Agrostis capillaris) en eikvaren (Polypodium vulgare). Het type bos waarin de dennenorchis voorkomt wordt wel aangeduid als mosbos (Leucobryo-Pinetum). Zodra de kruidlaag zich verder ontwikkelt en er ook een struiklaag ontstaat zijn de omstandigheden voor de dennenorchis minder gunstig geworden, en verdwijnt de soort. Op enkele plaatsen, onder andere op de Waddeneilanden, kan de dennenorchis worden aangetroffen in gezelschap van de kleine keverorchis (Listera cordata), een kleine wilde orchidee die onder vergelijkbare omstandigheden groeit.
De kleine keverorchis is gebonden aan structuurarme bossen van grove den (Pinus sylvestris), Oostenrijkse den (Pinus nigra var. nigra), Corsicaanse den (Pinus nigra var. maritima) en zeeden (Pinus pinaster) op voedselarme, zure zandgrond. De soort verlangt iets vochtige omstandigheden, maar groeit in beschaduwde naaldbossenvooral dankzij de hogere relatieve luchtvochtigheid in het bos. Vooral de dennenbossen op de Waddeneilanden zijn door hun hogere relatieve luchtvochtigheid dankzij de ligging nabij zee geschikt voor de kleine keverorchis. In de dennenbossen gaat de voorkeur uit naar percelen waarin zich nagenoeg geen struiklaag heeft ontwikkeld. De bodem is er bedekt door een geringe strooisellaag van dennenaalden. De kruid- en moslaag bestaat uit mossoorten, meestal heideklauwtjesmos (Hypnum jutlandicum),gewoon klauwtjesmos (Hypnum cupressiforme) en gaffeltandmos (Dicranum scoparium), en verder vaatplanten als zandzegge (Carex arenaria), eikvaren (Polypodium vulgare) en brede stekelvaren (Dryopteris dilatata). Dit structuurarme bostype wordt wel mosbos (Leucobryo-Pinetum) genoemd. Zodra in het dennenbos een te weelderige struiklaag tot ontwikkeling komt zijn de omstandigheden voor de kleine keverorchis minder gunstig en verdwijnt de soort.
De vleeskleurige orchis (Dactylorhiza incarnata) is een meerjarige plant met vleeskleurige, paarse of geelwitte bloemen. De bovenste zijdelingse bladen van de bloem wijzen vooral omhoog en niet zozeer naar opzij. De zijslippen van de lip zijn teruggeslagen. De bovenste bladeren van de stengel zijn vergeleken met de anderehandekenskruiden, lang en steken boven de bloeiwijze uit. De bladtop is kapvormig. De stengel is hol.
De precieze status van dit taxon is onderwerp van discussie en Heukels' Flora van Nederland en de Flora van België, het Groothertogdom Luxemburg, Noord-Frankrijk en de aangrenzende gebieden zijn hierover niet met elkaar in overeenstemming. Voor de Flora van België, het Groothertogdom Luxemburg, Noord-Frankrijk en de aangrenzende gebieden is de rietorchis een soort, voor de Heukels een ondersoort van Dactylorhiza majalis. De Flora van België noemt twee ondersoorten: Dactylorhiza praetermissa subsp. praetermissa en Dactylorhiza praetermissa subsp. integrata. Het onderscheid tussen deze twee ondersoorten ligt in de kroonslip die bij de eerste ondersoort breder en meer ingesneden is.
De Heukels noemt nog een aparte variëteit, de gevlekte rietorchis (Dactylorhiza majalis subsp. praetermissa var. juniales). Deze variëteit wordt gekenmerkt door ringvormige vlekken op de bladen. De variëteit Dactylorhiza majalis subsp. praetermissa var. praetermissa heeft daarentegen geen vlekken op de bladen. De ondersoortDactylorhiza praetermissa subsp. praetermissa van de Flora van België, het Groothertogdom Luxemburg, Noord-Frankrijk en de aangrenzende gebieden en de variëteitDactylorhiza majalis subsp. praetermissa var. praetermissa van de Heukels Flora komen dus niet met elkaar overeen.
De Heukels noemt nog een aparte variëteit, de gevlekte rietorchis (Dactylorhiza majalis subsp. praetermissa var. juniales). Deze variëteit wordt gekenmerkt door ringvormige vlekken op de bladen. De variëteit Dactylorhiza majalis subsp. praetermissa var. praetermissa heeft daarentegen geen vlekken op de bladen. De ondersoortDactylorhiza praetermissa subsp. praetermissa van de Flora van België, het Groothertogdom Luxemburg, Noord-Frankrijk en de aangrenzende gebieden en de variëteitDactylorhiza majalis subsp. praetermissa var. praetermissa van de Heukels Flora komen dus niet met elkaar overeen.